Het zuid-westen / The south west

—Scroll down for English—

We worden vroeg wakker door het gekrijs van de lokale vogels, dat niks vergeleken is bij wat we gewend zijn van Europa. Maar vroeg opstaan is geen straf, want het is weer een stralende dag en we hebben een leuke activiteit op het programma staan: pinguin eiland.
Dit beschermde eiland ligt maar zo’n 800 meter uit de kust en is het thuis van 1200 kleine pinguins, een kolonie pelikanen en een heleboel visjes. Je kunt natuurlijk net als alle anderen de boot nemen naar dit eilandje, maar veel leuker en avontuurlijker is het om lopend de oversteek te maken. Met de wandeling over de zandbank besparen we ook nog eens 10 euro per persoon, dus de keus is snel gemaakt. Na de frisse oversteek lopen we eerst een rondje over het eiland, waarbij we welgeteld 0 van de 1200 pinguins tegenkomen. Nou ja, we hebben toch al genoeg pinguins gezien en kwamen hier eigenlijk om te snorkelen. De wind staat niet goed, waardoor het snorkelstrand hoge golven heeft en we dus moeten verhuizen naar een ander stuk met zeewier. We vinden het zeewier allebei een beetje griezelig en het voelt alsof we met snorkelen meer ‘gevaar’ lopen dan met duiken. Toch zien we nog een paar mooie visjes voordat we de wandeling terug maken naar het vasteland.

Het zuidwesten van Australië heeft echt van alles te bieden en we willen van alles wat meepakken; stranden, wijn, bossen en nationale parken. Na de niet zo succesvolle snorkel op pinguin eiland gaan we verder naar Busselton waar de langste houten steiger van het zuidelijk halfrond te vinden is (jaja…). We wandelen de 2 km naar het einde en proberen dan nog een keer te snorkelen. Het water voelt voor ons ijzig koud zonder wetsuit (19 graden om precies te zijn), maar we zien mooi koraal, krabben, een paar hele grote vissen, 1 inktvis en een paar duikers (die wel slim genoeg waren om een wetsuit aan te doen). ’s Avonds staan we voor het eerst op een illegale campingplaats. Er zijn geen gratis campings in de buurt, maar wel een prachtige parkeerplaats met uitzicht over de oceaan. We besluiten het erop te wagen en we zijn niet de enigen. Zo’n 5 auto’s overnachten samen met ons. Net voor zonsondergang zorgen 2 bruidsparen voor het nodige entertainment en we snellen naar de parkeerplaats voor een hummer-selfie!

De kust is hier fantastisch en overal zijn kleine parelwitte stranden met blauwer-dan-blauw helder water. Het is heerlijk rijden en we stoppen onderweg om nog een keer te snorkelen en dit keer is het zoals we hopen! Helder water waar we in kunnen staan, veel mooie vissen en door de zon is het vandaag niet zo koud als de andere dagen. Australië op haar allerberst!

Nu we genoeg gesnorkeld hebben is het tijd om verder te gaan naar de grote bossen van het zuidwesten. In het Warren National Park zijn vooral grote ’karri’ bomen te vinden, een eucalyptussoort die wel 65 meter hoog kan worden. Door de hoogte zijn deze bomen vroeger gebruikt als uitzichtsplatforms voor bosbranden en 3 van deze bomen zijn nu open voor toeristen. Ik had verwacht dat we in een soort tuigje omhoog zouden kunnen klimmen, maar het was veel eenvoudiger: stokken die als een spiraal in de boom geboord waren leidden als een trap omhoog. We zaten op geen enkele manier vast en aan een misstap op 40 meter hoogte moest ik maar niet denken… Vooral niet omlaag kijken dus en gewoon stevig doorstappen. Het uitzicht was fantastisch, alleen een beetje jammer van de regen die we er inmiddels bij gekregen hadden.

De regen zat ons op de hielen en met nog prachtige dingen in het vooruitzicht in het noorden was het tijd om die kant op te gaan. Maar niet voordat we ook nog een bezoekje hadden gebracht aan een paar nationale parken die nog op ons lijstje stonden. We bezochten de blowholes in Torndirrup NP en op de terugweg stopten we bij de enige ‘single malt whisky’ brouwerij van Australië: Limeburners. De whisky is hier duurder dan het goud uit de nabijgelegen mijnen, maar voor 10 euro mochten we hun beste whisky proeven. 1 klein slokje dus, van een fles die 500 euro kost! Leuk om een keer te proberen, maar we houden het toch maar bij wijn!

We hebben een pas gekocht die ons toegang geeft tot alle nationale parken in West Australië en als echte Hollander wil ik daar natuurlijk het maximale uit halen! Zoals elke ochtend zijn we vroeg op en we komen daarom als eerste aan in Porongurup NP. Als we aankomen zie ik een kangoeroe over het pad springen en zachtjes gaan we op onderzoek uit. Zo stil mogelijk lopen we verder en ontdekken nog een stuk of 7 kangoeroes, waarvan 1 hele grote! Ze lijken niet onder de indruk en iets minder stil lopen we dichterbij. Pas als we bijna naast ze staan springen ze weg!
We maken een korte wandeling naar de Granite Skywalk waarvan we een geweldig uitzicht hebben over de omliggende weilanden en bossen. Na nog een wandeling betrekt de lucht weer en hebben we geen zin meer om nog een wandeling te maken.

In Kulin is het gelukkig beter weer en komt de zonnebrand weer uit de auto. We zijn inmiddels wel wat gewend, maar de Australische zon is met niks te vergelijken. We zijn al aan onze 2e fles bezig!
We overnachten in een dorpje dat niks van toeristische attracties heeft. Het enige dat je dan kunt doen is hele goede faciliteiten bieden, zodat kampeerders toch naar jouw dorpje willen komen (en er geld uitgeven in de winkeltjes en bar). En dus genoten we van een warme douche, schone wc’s, barbecues en stopcontacten op een gratis (!) camping! Een andere manier om toeristen te lokken is om dan maar een toeristische attractie te verzinnen en ook daarin was Kulin de beste met de Tin Horse Highway. Langs een stuk weg hebben ze allerlei creatieve ijzeren paarden geknutseld. Van “Ben Horse” tot “Rocky, the Italian Stallion”, ik vond ze allemaal enorm grappig. Deze attractie lijkt me niet zo goed voor de verkeersveiligheid, maar met alle road trains, fietsers en kangoeroes op de snelwegen lijken de Australiërs zich daar sowieso al niet druk om te maken.

Van Kulin vervolgden we onze weg naar Hyden; een dorpje dat beter bedeeld is qua toeristische attracties. Na vers brood van de bakker voor ontbijt was het tijd om de Wave te bezoeken. Met 15 meter hoog en zo’n 110 meter lang is dit een indrukwekkende rotsformatie. De verplichte ‘surffoto’kon niet achterwege blijven natuurlijk! Nog een rotsformatie is de ‘Gaap van het nijlpaard’, waar Bert zijn klimenergie op kwijt kon. Omdat we er toch waren bezochten we ook een grot met Aboriginaltekeningen, zo’n 469 handen om precies te zijn. Leuk om te zien, maar een beetje griezelig met alle spinnen en hagedissen in het donker.

De nachten beginnen inmiddels toch wel wat koud te worden. Onze slaapzakken zijn gemaakt voor de zomer en als het ’s nachts 10 graden is moeten we zeker kleren aan in onze slaapzakken. We lezen dat het iets meer noordelijk nog een aangename (?) 38 graden is overdag en dus pakken we onze spullen in en rijden in 1 dag tot voorbij Perth. We sluiten het zuidwesten af, op naar het midwesten!

DSCN5001 (Kopie)
De oversteek naar Pinguin eiland / The crossing to Penguin Island

DSCN5007 (Kopie)
Gehaald! / Made it!

DSCN5008 (Kopie)

DSCN5010 (Kopie)

DSCN5019 (Kopie)
Snorkelen boven het zeewier / Snorkelling above the sea grass

DSCN5020 (Kopie)
Ik zie een visje / I see a fish

DSCN5023 (Kopie)

DSCN5032 (Kopie)
Busselton steiger / Busselton jetty

DSCN5035 (Kopie)
Aan het eind van de 2 km / At the end of the 2 km

DSCN5036 (Kopie)

DSCN5039 (Kopie)
Koraal / Coral

DSCN5041 (Kopie)

DSCN5049 (Kopie)

DSCN5055 (Kopie)
De zondsondergang op onze illegale camping / The sunset at our illegal campsite

DSCN5063 (Kopie)
Bruidspaar / Wedding

DSCN5072 (Kopie)
Hummer selfie!

DSCN5073 (Kopie)
1 van de vele stranden / 1 of many beaches

DSCN5078 (Kopie)
Perfect om te snorkelen! / Perfect for snorkelling

DSCN5083 (Kopie)
Grote vis / Big fish

DSCN5086 (Kopie)
Kleine visjes / Little fish

DSCN5096 (Kopie)
Niet naar beneden kijken! / Don’t look down!

DSCN5099 (Kopie)
De top gehaald / Made it to the top

DSCN5108 (Kopie)
Het uitzicht / The view

DSCN5122 (Kopie)

DSCN5127 (Kopie)

DSCN5147 (Kopie)
Whisky proeven / Whisky tasting

IMG_4748 (Kopie)

Hele grote eucalyptus boom / Giant tingle tree

IMG_4756 (Kopie)

Ze bestaan dus echt: levende kangoeroes / They do exist: live kangaroos

IMG_4774 (Kopie)

En nog meer dieren spotten / And some more wildlife spotting

DSCN5156 (Kopie)

Balanced rock

DSCN5162 (Kopie)
Nog een laatste klimmetje… / A final climb…

DSCN5163 (Kopie)
Voor dit uitzicht / For this view

IMG_4770 (Kopie)

DSCN5169 (Kopie)
Tosti voor lunch 🙂 / Cheese toasties for lunch (oh, do we miss the Bark Europa…)

DSCN5172 (Kopie)
Tin Horse Highway

DSCN5173 (Kopie)

DSCN5174 (Kopie)

DSCN5176 (Kopie)

DSCN5177 (Kopie)

DSCN5178 (Kopie)

DSCN5182 (Kopie)

Wally at the Wave

DSCN5183 (Kopie)

IMG_4782 (Kopie) IMG_4792 (Kopie)

Bert boven op de Nijlpaard gaap / Bert on top of Hippo’s yawn

IMG_4797 (Kopie)

Surfing the Wave

IMG_4801 (Kopie)

Aboriginal rotstekeningen / Aboriginal rock paintings

English version

We wake up very early due to the screaming of the local birds, nothing compared to what we know from Europe. But getting up early is no problem, because it is a beautiful day again and we have a fun activity planned for the day: Penguin Island.
This protected island is located only 800 meter off the coast and it is the home of 1200 small penguins, a colony of pelicans and a lot of fishes. You can take a boat over, like everybody else, but it is much more fun and adventurous to walk over to the island. This walk over the sand bank also saves us 10 dollar each, so it’s an easy decision! After the quite cold crossing, we first walk around the island and we meet exactly 0 of the 1200 penguins. Well, we have seen enough penguins already anyway and we came here to snorkel. The wind comes from the wrong direction and the snorkel beach has waves that are better suitable for surfing than swimming, so we have to move to a snorkel spot with sea grass. We both think the sea grass is a bit scary and is feels like we are more in ‘danger’ compared to diving. But we still manage to see some pretty fish before we walk the whole 800 meters back to the mainland.

The south west of Australia has a lot to offer and we want to see a bit of everything; beaches, wine, forest and national parks. After the not so successful dive at Penguin island, we continue to Busselton where you can find the longest timber jetty of the southern hemisphere (a title to be proud of). We walk the 2 km to the end and try snorkelling again. The water feels ice cold without a wetsuit (19 degrees), but we do see some nice coral, crabs, a few really big fish, a squid and some divers (who were clever enough to put on a wetsuit). In the evening we spend the night at an illegal campsite. There are no free camps around, but there is a beautiful parking lot with view over the ocean. We decide to take the risk and we are not the only ones. About 5 other cars spend the night here with us. Just before sunset 2 brides and grooms gives us some good entertainment and we run to the parking lot to get a hummer-selfie!

The coast here is just amazing and there are white beaches with bluer-than-blue water everywhere! It’s a joy to just drive around and we stop at a quiet beach to go for another snorkel. This time it is like we hoped it would be. Clear shallow water, lots of nice fish and because of the sun, it is a bit warmer than the other days. Australia at its very best!

Now that we have done enough snorkelling it is time to move on to the big forests of the south west. In the Warren National Park, you can find lots of Karri trees, a kind of eucalypt that can grow up to 65 meters! Because of their height, these trees were used as lookout platforms for fires before and 3 of these trees are now open to tourists. I had expected that we could climb the trees in a harness, but it was much easier: sticks that were drilled into the trees like a spiral led up like a stairway to heaven. We were not secured in any way! Just don’t look down and keep climbing. The view was fantastic, just too bad we had gotten some rain.

The rain was coming after us and with some really nice places still waiting for us in the north, it was time to get moving that way. First we wanted to visit some more national parks that were on our list. We visited the blowholes of Torndirrup NP and on the way back we stopped  at the only ‘single malt whisky’ brewery of Australia: Limeburners. The whisky here is more expensive than the gold from the mines closeby, but after paying 10 euro, we were allowed to taste their best whisky. That meant taking 1 little sip of a bottle that was around 500 euro! Nice to try once, but we’ll just stick to wine.

We bought a pass that gives us unlimited entrance to all national parks in Western Australia and as the real Ducthie I still am, I want to use it as often as I can! Like every morning we are up early and we are the first to arrive in Porongurup NP. When we arrive, I see a kangaroo jump over the path and silently we go closer to find out more. As quiet as possible we walk further and find 7 kangaroos, of which 1 really big one! They don’t seem to be very impressed by us, so we keep walking closer. When we can almost touch them, they finally jump away.
In the park, we take a short walk to the Granite Skywalk from which we have an amazing view over the surrounding forests. After another walk, the clouds come in and we don’t feel like doing even more hiking anymore.

The weather is better in Kulin and we can take are sunscreen out again. We are used to quite a bit by now, but the Australian sun is something of its own. We are already at our second bottle of sunscreen!
Kulin is a village that has no tourist attractions at all. The only thing you can do then as a village is create some awesome facilities so campers want to come to your village and spend some money in one of the shops or bars. So we enjoyed hot showers, clean toilets, barbecues and power outlets at a free (!) campsite! Another way to attract tourists is by just making up a tourist attraction and Kulin was the best at that as well. They have made the Tin Horse Highway; a collection of creative homemade iron horses next to the highway. From “Ben Horse” to “Rocky, the Italian Stallion”, I thought they were all very funny. This attraction doesn’t seem to be very good for the traffic safety, but with all the road trains, bikes and kangaroos on the highways it seems like the Australians don’t really care anyway.

From Kulin we continued to Hyden, a village that was luckier on the tourist attractions. After getting some fresh bread from the bakery for breakfast we visited the Wave. This is an impressive rock formation, 15 meters high and 110 metres long. Of course we had to take the compulsory ‘surfing’ picture! Another rock formation is Hippo’s yawn, where Bert could show off his climbing skills. And because we were there anyway, we also visited a cave with Aboriginal art. 469 hands to be precise. Nice to see, but a bit scary with all the spiders and lizards in the dark cave.

The night begin to get cooler now. Our sleeping bags are made for the summer and when it is 10 degrees at night, we have to wear clothes in our sleeping bags. We read that a bit further north it is still a nice (?) 38 degrees at daytime, so we pack our stuff and drive all the way past Perth in 1 day. Enough of the south west, let’s go to the mid west!

One thought on “Het zuid-westen / The south west

  1. “Na de frisse oversteek lopen we eerst een rondje over het eiland, waarbij we welgeteld 0 van de 1200 pinguins tegenkomen.” 🙂

    Maar die doorsteek via het water zag er wel fijn uit.
    Om nog maar te zwijgen van het koraal, de zeekrab, de ‘karri’ bomen, die gigantische eucalyptusboom, de geeuwende Nijlpaard, etc..

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *