Scenes so lovely must have been gazed upon by angels in their flight. – David Livingstone
—Scroll down for English—
De grensovergang van Botswana naar Zambia bleek de lastigste tot nu toe. Er zijn 2 opties: met een ferry de Chobe rivier over of door Zimbabwe. We werden voor beide opties gewaarschuwd, maar besloten de ferry te nemen omdat we de auto niet in Zimbabwe wilde importeren. Eenmaal aangekomen bij de ferry stond er een rij van zo’n 200 vrachtwagens. We hoorden dat de wachttijd op dit moment 3 dagen was! Gelukkig kunnen personenauto’s altijd wel ergens tussen gepropt worden op de ferry en dus hoefden wij maar kort te wachten voor onze overtocht, die niet langer dan een paar minuten duurde.
Eenmaal aan de overkant begint het ‘leuke’ deel van een grens, waar wij als Europeanen natuurlijk niet meer aan gewend zijn. Eerst een visum, voor 50 dollar per persoon krijg je een mooie sticker. Daarna door voor de auto-import. De douane-meneer deed een beetje moeilijk en ging er op een bepaald moment gewoon vandoor (lunch?). Na een minuut of 10 wachten nam zijn vriendelijkere collega het over en kregen we onze papieren. De volgende stap is de verzekering. Na een beetje rondvragen vonden we er 1 voor 15 euro. Dan door naar het kantoor van de wegenbelasting; helaas lunchpauze. Gelukkig maar een kwartiertje later mochten we komen om 20 dollar te betalen. Zowel het visum als de wegenbelasting moeten in Amerikaanse dollars betaald worden. Als je die niet hebt moet je dus bij zo’n mannetje aan een veel te slechte wisselkoers gaan wisselen. Gelukkig waren wij goed voorbereid en hadden we eerder al bij de bank gewisseld. Toen nog een andere provinciale wegenbelasting: 4 euro. Daarna naar het laatste kantoortje waar we nog een soort milieubelasting moesten betalen. Helaas was deze man ook net weg voor lunchpauze en mochten we daarom deze belasting bij vertrek betalen. Drie uur en 5 kantoren later en zo’n 130 euro armer waren we dan eindelijk klaar om Zambia in te rijden. Een kilometerof 3 na de grens staat er politie die checkt of je alles bij de grens betaald hebt, anders krijg je direct een boete!
Aankomen in Livingstone was een verademing, een gezellig toeristisch stadje met aardige mensen en een leuk hostel waar we onze tent konden opzetten voor de komende dagen. We boekten direct onze activiteiten en besloten 4 dagen te blijven.
Onze eerste dag verliep vlekkeloos en we bezochten zowel de Zambiaanse als de Zimbabwaanse kant van de Victoria falls. De watervallen zijn 108 meter hoog en 1,7 kilometer breed. Heel indrukwekkend dus en ik kon niet stoppen met foto’s maken! De Zambiaanse kant is mooi omdat je meer van de bovenkant kunt zien, maar aan de Zimbabwaanse kant zie je de breedte van de watervallen beter. Een goede keuze dus om beide kanten te bezoeken.
De volgende dag zouden we samen met een groep Britten een lokaal project voor kinderen bezoeken, maar de dag verliep anders. Door een onaangekondigde belastingverhoging waren er rellen in de stad en mochten we het hostel niet uit. Wegen waren geblokkeerd, autobanden werden in brand gestoken en we hoorden meermaals de politie in de lucht schieten. Er werd ook traangas ingezet en we moesten rennen om dat te ontwijken (wat niet helemaal lukte…). Gelukkig konden we in de middag wel weer veilig de straat op en bezochten we een kindertehuis, maar daarover in een andere blog meer.
Ik kon me geen betere plek voorstellen om mijn verjaardag te vieren dan bij de Victoria watervallen, en dad deed ik dan dus ook! We hadden een tour geboekt naar Livingstone Island, bovenop de waterval. We werden er met een bootje naartoe gevaren en kregen een kleine rondleiding. Hoogtepunt hiervan is over het randje de afgrond inkijken en zwemmen in Angels pool. Dit natuurlijke zwembad is helemaal op het randje van de waterval en we moesten ons goed aan een touw vasthouden! Het ontbijt dat daarna geserveerd werd was ook heerlijk!
Voor de rest van de dag hadden we niet veel plannen, maar aangezien ons hostel een spa had, trakteerde Bert me op een echte Afrikaanse massage. Een bijzondere ervaring! Na nog een bezoek aan een school in de middag (ook meer daarover in een volgende blog) sloten we de dag af met een grote chocoladetaart en maakten we ons klaar voor een heftig dagje raften. Zo heftig dat het een eigen blog verdient!
Waterval vanaf de Zambia-kant / Waterfall from the Zambian side
Hoe de Zambianen zich David Livingstone voorstellen toen hij voor het eerst de waterval zag /
How the Zambians imagine David Livingstone looked like when he first saw the falls
Deze brug vormt de grens tussen Zambia en Zimbabwe en je kunt er bungeejumpen! /
This bridge is the border between Zambia and Zimbabwe and you can bungeejump there!
Ze hebben er ook bavianen / They also have baboons
Even de oversteek maken / Just crossing the bridge
De waterval gezien vanuit Zimbabwe / The falls seen from Zimbabwe
Hoe de Zimbabwanen zich David Livingstone voorstellen /
How the Zimbabweans imagine David Livingstone
Bovenop de waterval, op het randje / On top of the falls, on the edge
In de Angels pool / In the Angels pool
En we sluiten mijn verjaardag af met een grote chocoladetaart /
And we end my birthday celebrations with a big chocolate cake
The border crossing from Botswana to Zambia was the most difficult one until now. There are 2 options: crossing the Chobe river by ferry or drive through Zimbabwe. We got warned for both options, but decided to take the ferry because we didn’t want to import our car to Zimbabwe. When we arrived at the ferry there was a line of around 200 trucks waiting. We heard the waiting time at the moment was 3 days! Fortunately there is space for some smaller cars on each ferry so we only had to wait for a short time for our boat trip, that didn’t take more than a few minutes.
At the other side of the river, the ‘fun’ part of the border crossing started. First we needed a visa, for 50 dollars you get a nice sticker in your passport. Then we went onto the car import. The customs-man was acting difficult and suddenly he just left (lunch?). After around 10 minutes waiting his friendlier colleague took over and we got our papers. The next step is insurance. After asking around we found insurance for 15 euro. After that we moved on to road toll fees; but they had lunchbreak. Luckily we only had to wait 15 minutes before we could pay our 20 dollars. Both the visa and road toll have to be paid in US dollars. If you don’t have any, you have to change your money on the street against a really bad exchange rate. We were prepared and had already changed our money at the bank in Botswana. We still had to go to the next office, the regional road tax: 4 euro. And then the last office where we had to pay carbon tax, but they were on lunch break as well, so we could pay this when leaving the country. Three hours and 5 offices later and 130 euro poorer we were finally ready to enter Zambia. Around 3 km after the border there is a police checkpoint and if you haven’t paid everything, you get a fine right away!
Arriving in Livingstone was nice, a cosy tourist town with friendly people and a fun hostel where we could pitch our tent for the next days. We booked some activities and decided to stay for 4 days.
Our first day was one without problems and we visited both the Zambian and Zimbabwean side of the Victoria falls. The falls are 108 meter high and 1,7 km long. Very impressive and I couldn’t stop taking pictures! The Zambian side is good because you can see more of the top off the falls, but at the Zimbabwean side you see better how big the falls really are. A good choice to do both sides!
The next morning we would visit a local project for children together with some British guys from our hostel, but the day turned out different. Due to some tax increases, there were riots in town and we were not allowed to leave the hostel. Roads were blocked, car tires set on fire and we heard the police shoot in the air several times. They also used teargas and we had to run to avoid it (which didn’t work out that well…). In the afternoon we could leave the hostel again and we visited a local orphanage, but we’ll tell more about that in another blog.
I could not imagine a better place to celebrate my birthday than at the Vic falls, so that’s what I did! We booked a tour to Livingstone Island, on top of the falls. A small boat took us to the island. The highlight of the tour is looking over the edge of the falls and swimming in the Angels pool. This natural pool is all the way on the edge of the falls and we had to hold on to a rope! The breakfast we got afterwards was delicious!
We didn’t have any plans for the rest of the day, but since our hostel had a spa, Bert gave me an African massage for my birthday. An interesting experience! After a visit to a local school in the afternoon (also more about that in another blog) we ended the day with a big chocolate cake and we prepared ourselves for a heavy day of rafting. So heavy, it deserves an own blog!
Leuke verjaardag hoor!! Heb je de taart wel met iemand gedeeld? 😛
Ik ben benieuwd naar de blog over het raften, hoewel ik natuurlijk al e.e.a. gehoord heb!
Zijn jullie weer veilig in Namibië aangekomen? Goede vlucht gehad? Wij hebben al een eerste kopje koffie uit Uganda op, smaakte lekker, wat zwaarder, maar heerlijk!
Dolgelukkige en o-zo-romantische foto’s, een plezier om te zien. Thanks for sharing 🙂
Ik krijg een mail van Columbus Magazine binnen met 6 buitengewone plekken op aarde, waaronder:
Mysterieus en zeer fotogeniek, zo zou je de Dodevlei en de nabijgelegen Sossusvlei in Namibië kunnen omschrijven. Door klimaatverandering zijn deze 900 jaar oude acaciabomen, die ooit werden gevoed door een overstroomde rivier, droog komen te staan, doodgegaan en zwartgeblakerd door de zon.
Dus… kijk maar wat jullie ermee doen 🙂
We gaan toevallig morgen richting Sossusvlei! Het is hier nu hoogseizoen en overal erg druk, maar ik hoop dat we nog een rustig moment kunnen vinden om wat mooie foto’s te maken.
De taart heb ik gedeeld en de blog van het raften komt over 2 dagen denk ik!